dinsdag 1 november 2011

Gedichten van M. Vasalis

Als je me kust, je hand om mijn keel
als werd ik een glas met een levende steel
komt er voorbij de tederheid even
een ogenblik dat ik mijn hele leven
met vreugde bedreigd voel, zó of een reus
na ’t drinken, over zijn schouders heen
het glas zal verplettren, tegen de grond
opdat er geen ander meer ooit
uit zal drinken, geen een.

Sub finem
En nu nog maar alleen
het lichaam los te laten -
de liefste en de kinderen te laten gaan
alleen nog maar het sterke licht
het rode, zuivere van de late zon
te zien, te volgen – en de eigen weg te gaan.
Het werd, het was, het is gedaan.

Visioen
Soms zie ik in mijn droom verrijzen
uit mijn witte lakens, in het grijze
en dun-gesponnen ochtendlicht
uw witte schouders en gezicht.

De schouders als een boog geheven,
en trillende op mij gericht
uw blik, een pijl van louter licht
en doelend op mijn diepste leven.

Half op een smalle arm geheven
als waart gij zelf dodelijk gewond,
verbloedend in de ochtendstond
zie ik uw lippen smartelijk beven.

En vóór de pijl is afgeschoten
hebt gij die ogen dichtgesloten
en glimlacht, dat gij hebt vergeven
en doemt mij om nog door te leven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten